De IJsvogel

De ijsvogel is met zijn felblauwe en oranje kleuren een opvallende verschijning. De vogel is zeer schuw, maar toch laat hij zich regelmatig spotten rondom het Leukermeer. Dat klopt, want het is een typische viseter en dus sterk aan water gebonden. Hij houdt vooral van helder en stromend water waarin kleine visjes en waterinsekten te vinden zijn. In Nederland zijn er enkele honderden broedparen, dus het is best bijzonder dat de vogel ook in Maaspark Well te vinden is.

 

Geen ijs

De naam ijsvogel legt een link met ijs, maar daar heeft de vogel niets mee te maken. Het is een verbastering van de Germaanse naam Eisenvogel, wat 'ijzervogel' betekent. Deze naam slaat op de metaalachtige glans van het blauwe verenkleed. 

 

Broeden

In de broedtijd leven de vogels bij steile oeverwallen van zand of leem waar ze een nesthol in uitgraven. Bijvoorbeeld in een afgekalfde oever van een rivier of beek. Ze leggen zo’n 4 tot 8 eieren per leg. Het duurt een week of 4 voordat de jongen volgroeid zijn en het nest kunnen verlaten.

 

Braakbal

De vogel jaagt vanaf een vaste uitkijkpost bij het water. Als een visje zich laat zien, duikt de ijsvogel het water in om de vis met zijn snavel te vangen. Met de gevangen prooi in zijn bek vliegt de ijsvogel terug naar zijn uitkijkpost en slaat het visje dood tegen een tak. De vis verdwijnt daarna in zijn geheel in de maag van de ijsvogel. Onverteerbare delen als graten en schubben braakt de ijsvogel in een kleine ovale braakbal uit.

​